De basis van goede hoefverzorging is een correct bekapt paard, waarbij de beenstand en voetas gerespecteerd worden.

Dit is dan ook het eerste wat grondig bekeken wordt voordat we aan het werk gaan.

We nemen ook de specifieke bewegingen van paard hier in mee.

Vervolgens wordt het been en de hoef verder bekeken op eventuele onregelmatigheden, steentjes en vuil.

Na het inspecteren van het paard gaan we als volgt te werk:

 

▪ Straal:

 We beginnen met het opschonen van de straal. De straal doet dienst al bloedpomp en schokdemper. Alle overtollige hoorn wordt weg genomen zodat de straal groot en sterk blijft.

▪ Zool:

  Hierna wordt de zool bekapt, hierdoor zal vuil wat in de hoef terecht komt er gemakkelijker uit vallen. Vooral het deel rond de straal wordt goed opgeschoond en overtollige hoorn weggenomen, wat het hoefmechanisme ten goede komt.

▪ Draagwand:

Hierna korten we de draagwand in, beginnend met het toongedeelte en werkend naar een schone verbinding tussen witte lijn en zool. Naarmate we naar de kwartieren en verzenen toe werken zal er steeds minder van de hoornwand afgenomen worden. Deze slijten namelijk al af door de zij- en neerwaartse bewegingen van het hoefmechanisme.

▪ Hoornwand:

  Als laatste wordt de hoornwand strak en recht afgevijld, waarbij de wand overal even dik gelaten wordt; 0,5 tot 1 cm. Dit doen we met name om het uitwaaieren en afbrokkelen van de wand tegen te gaan en het roll-overpunt zo kort mogelijk te houden, zonder de sterkte van de hoef te ondermijnen.    

Print Friendly, PDF & Email